Wat is faalangst?
Faalangst is de angst om te mislukken in situaties waarin iemand wordt beoordeeld of denkt te worden beoordeeld. Deze angst werkt belemmerend. Mensen die last hebben van faalangst ontwikkelen een bepaald soort denken, zij denken vanuit een negatief zelfbeeld. De vrees om te mislukken (het niet te kunnen) staat centraal. Dit bepaalt hun denken. Er wordt pas over faalangst gesproken als iemand zo gegrepen is door de angst voor mislukking dat zijn presteren er ernstig onder lijdt. Het eerste dat opvalt bij faalangst is: "Er komt niet uit wat er in zit".Welke soorten faalangst zijn er?
We onderscheiden 3 soorten faalangst:
Cognitieve faalangst
Deze vorm heeft betrekking op het maken en leren van schoolse taken (rekenen, taal, aardrijkskunde en andere vakken). De angst beïnvloedt o.a. het opnemen van nieuwe lesstof en het maken van proefwerken.
Sociale faalangst
Dit zie je terug in de contacten met anderen. Het is de angst om afgewezen te worden of niet aan verwachtingen kunnen voldoen ( spreekbeurt, iets zeggen bij een bruiloft of begrafenis).
Motorische faalangst
Deze vorm heeft te maken met ‘iets presteren met je lijf’. Je kunt denken aan sportwedstrijden, een gymles of het maken van een tekening.
Uiteraard hebben mensen vaak last van een combinatie. Bij een spreekbeurt kun je natuurlijk te maken hebben met cognitieve en ook sociale faalangst.
Wat gebeurt er bij angst?
Angst is een reactie op gevaar. Angst levert energie en kracht. De hersenen geven een seintje af aan de bijnieren om de hormonen adrenaline en noradrenaline aan te maken. Deze hormonen activeren de spieren die nodig zijn om een inspanning te leveren. Het bloed wordt naar de armen en handen, benen en voeten gestuurd. De hartslag wordt sneller omdat het bloed gaat stromen. Het zuurstofgebruik gaat omhoog, daardoor gaat de ademhaling sneller. Het bloed en de zuurstof die vooral nodig zijn voor handen, armen, voeten en benen worden onttrokken aan de keel, maag, darmen en spieren die er even niet toe doen. Je wilt vechten of vluchten! Wat belangrijk is, is dat aan de hersenen ook bloed wordt onttrokken. Ons denkvermogen blokkeert. Onze natuurlijke reactie is dat wij alleen nog willen vechten of vluchten: we willen bewegen! Toch moeten wij netjes op onze plaats blijven zitten bij een toets of examen. De spieren in armen en benen trillen van opgekropte maar ongebruikte energie, het hart bonst overbodig, er komt te veel zuurstof binnen (soms leidend tot hyperventilatie).
Gevolgen:
Je kunt niet meer goed denken. Er komt nog meer angst en dus nog meer adrenaline in je lijf. Vervolgens kun je helemaal niet meer denken en dan blokkeer je (blackout).
Hoe herken je faalangst?
Mogelijke signalen zijn:
- hoofdpijn, maag- of darmklachten (diarree/braken)
- hartkloppingen
- zweten
- hyperventilatie
- nagelbijten
- verlegen
- gesloten of juist heel druk gedrag (clownsgedrag)
- liegen en smoezen verzinnen
- veel piekeren
- opmerkingen als ‘Ik kan toch nooit wat’ en ‘Dat gaat vast fout’
- Gevoelig zijn voor kritiek, zowel voor positief als negatief, er niet goed mee om kunnen gaan
- Bang om nee te zeggen
- Geen vragen durven stellen, weinig tot geen oogcontact wanneer er iets wordt uitgelegd
- Snel afgeleid zijn en onrustig bij het leveren van prestaties
- Niet goed luisteren wanneer er iets nieuws wordt uitgelegd
- Bij nieuwe of onverwachte situaties een afwachtende houding aannemen
- Wiebelen met de benen, friemelen met de handen, soms ook trillende handen
Faalangstige kinderen blokkeren, haken af of gaan juist extra hard werken en zijn zelden echt ontspannen. Onder invloed van hun angst presteren ze onder hun niveau.